OPMERKELIJKE CITATEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR

Lees hieronder enkele uitspraken van commissarissen, adviseurs, toezichthouders en bankiers die wij noteerden in onze gesprekken.

  1. Over de scoorcultuur
  2. Over angst, macht en verantwoordelijkheid
  3. Over de rol van kunstenaars en ‘andersdenkenden’
  4. Over vertrouwen en kwestbaarheid
  5. Over dialoog en verdieping
Niets is zeker. Mijn ervaring is dat mensen daar niet tegen kunnen. Dus moet je ze schijnzekerheid bieden.
Rookmagiër (2009) van kunstenaar Laura Sestri


Over de scoorcultuur

“Uit eigen ervaring weet ik dat ‘scoren’ belangrijker was dan de rest. Voor je eigen carrière goed, maar voor de lange termijn relatie van de bank en de klant slecht. Eigenbelang prevaleert boven dat van de bank.”

“Alle mensen die in meer geïnteresseerd waren dan alleen geld zijn weg bij deze bank.”

“Als bankiers zijn we veel teveel productverkopers. We verdienen op het maken van transacties. Dat zou anders moeten zijn. Bankiers zijn teveel marketeers geworden.”

“Ik kon bij een beleggingsverzekering geen uitleg geven aan de klanten over de kostenstructuur. Achteraf vind ik het gek dat ik daarin meeging.”

“We hebben de afgelopen jaren teveel 25-jarige jongens gezien die echt niet meer beseffen wat een euro is. Totale decadentie. Daar heb je het dan over. Er is ook echt verkeerd omgegaan met macht. Het gaat er nu om mentaliteit te sturen. Jonge mensen toch ook nederig houden. Maar het is nooit genoeg en de druk van de peergroup is ongelofelijk groot.”

“Binnen banken is sprake van twee dna’s. Bankiers die een lange termijn visie voor ogen hebben. Loyaliteit, accuratesse, zorgvuldigheid in hun genen. Zij raken gefrustreerd als collega’s/dealmakers er met de buit vandoor gaan. De dealmakers treden als makelaar op tussen geldgevers en geldnemers. Zij hebben hun ziel aan de duivel verkocht. Hun loyaliteit is duur. De dealmaker is niet geïnteresseerd in lange termijn en carrière, maar in snelle deals en hoge bonussen. De combinatie werkt ontwrichtend.”

“Eigenlijk kun je private banken wel sluiten. Ze hadden geen idee en hebben dat nog steeds niet. Hun geloofwaardigheid staat op het spel. Je weet nooit of ze het beter hadden kunnen doen. Ze laten altijd zien dat ze bovengemiddelde resultaten halen. Bij een private bank kan juist de kunstenaar helpen om het ‘bestaansrecht’ van de instelling te ontdekken en zichtbaar te maken.”

“Er zijn drie factoren echt belangrijk in werk (en in principe geldt dat denk ik voor de meeste mensen): Omgeving (collega's, cultuur, wijze van samenwerken etc.), vakinhoud en beloning. Als je als management er in slaagt om “omgeving” en “vakinhoud” belangrijk te maken, dan is beloning vanzelf minder belangrijk. De laatste 15 jaar in beloning lijkt het wel het enige belangrijke geworden, waardoor de vervreemding is ontstaan.”


Over angst, macht en verantwoordelijkheid

“Angst en gebrek aan verbinding. De gesprekken gingen altijd over de laatste rapporten, maar nooit over je vakantie.”

“Hoe hoger mensen zitten in de organisatie, hoe vaker ze hun bonustargets halen. Blijkbaar heb je ‘regelmacht’ als je hoger in de organisatie zit. Macht om je omgeving te definiëren. Dat zegt iets over de honoreringssystemen.”

“Angstcultuur: de gemiddelde medewerker is geen revolutionair. Mensen die bij banken werken, houden van zekerheid, van veiligheid. De huidige generatie heeft weinig tegenslag gekend, is verwend. Alles is geregeld. In een bureaucratische omgeving maak je carrière door geen beslissingen te nemen of in ieder geval niet betrokken te zijn bij verkeerde beslissingen.”

“Angstcultuur en de neiging van bestuurders om ja-knikkers om zich heen te verzamelen. Dat is teveel gebeurd. Er is een hiërarchische structuur die er voor zorgt dat mensen geen verantwoordelijkheid meer nemen. Mensen likken naar boven en trappen naar beneden. Het is tijd voor diversiteit. Dat zorgt voor meer discussie. Maar dan moet eerst geaccepteerd worden dat het goed is om te discussiëren, om niet met de meute mee te gaan.”

“Het is essentieel dat de arrogantie er nu uit gaat. Mensen hebben niet het gevoel dat ze verantwoordelijkheid dragen. Risico-inschattingen zijn moeilijk te maken, maar we hebben met zijn allen ‘gekozen’ voor een niet-duurzame samenleving. Een mindset waarin geld belangrijker was.”


Over de rol van kunstenaars en ‘andersdenkenden’

“Kunstenaars zouden een geloofwaardige rol kunnen spelen in het laten zien van de relatie tussen vertrouwen en risico. Er moet een omgeving worden gecreëerd waarin je ervoor zorgt dat mensen elke dag kunnen en durven bijstellen en zich ook realiseren dat het nodig is om bij te stellen.”

 “Andersdenkenden binnenhalen? Andersdenkenden kunnen lastposten zijn en de boel opstoken. Dat kan lastig zijn voor de leidinggevenden.”

“Het proces is verstoord. De associatie met kunst en vertrouwen is een originele benadering, een indringende benadering. Maar het vergt een top die zegt ‘we slaan een andere weg in’. Kunstenaars kunnen ook echt kernwaarden meegeven. Kunst kan een veilige haven zijn in crisistijd. Als de crisis voorbij is, kruipt iedereen weer uit zijn schulp. Een topman die zegt ‘ik vind dit belangrijk’ die haalt onveiligheid in huis. Fantastisch.”

“Het onbespreekbare bespreekbaar maken. Maar voorwaarde voor succes in samenwerking met kunstenaars is dat de medewerkers die meedoen het verfrissend vinden voor zichzelf. Dat ze niet kijken naar what’s in it for me in zakelijk opzicht, maar dat ze zich realiseren dat dit een verrijking is, ontspanning kan bieden.”

“Het gaat er nu om mensen te inspireren, om hun vak nog beter uit te oefenen dan ze tot nu toe deden. Mensen moeten in aanraking komen met innovatieve, inspirerende, leuke en leerzame initiatieven. Met kunstenaars kun je wel bruggen slaan vanuit een hele andere wereld.”
 
“De rol van kunstenaars ligt in hun observatievermogen en het vermogen om die observaties terug te geven op een manier die de bankwereld niet kent. Ze kunnen helpen om nieuwe denkbeelden te creëren. Om de balans terug te brengen.”

“De kunstenaar kan als onafhankelijke derde de discrepantie beeldend maken met begrip voor de wederzijdse positie van bank(ier) en klant. De kunstenaar kan het verschil dader-slachtoffer weghalen. Hij kan een spiegel voorhouden uit onverwachte hoek. Hij staat buiten de klant-bankier relatie. Daardoor kun je invloed hebben. Kunst kan mensen een ruimere en nieuwe blik geven en daardoor relaties veranderen. Zowel intern als extern.

“Kunstenaars kunnen de verbinding leggen. Zij zijn belangrijke commentatoren op wat er gebeurt. Zij kunnen een visie op de toekomst geven, richting aangeven, waarschuwen voor destructief gedrag. Het vergt intellectueel leiderschap om observer te zijn, richting te geven.”

“Kunstenaars zijn volstrekte individualisten. Daar ontlenen ze hun vrijheid aan. Ze zien dingen die anderen niet zien. In onze wereld wordt veel in teams gewerkt. Daar verlies je dat individualisme. Er ligt een verantwoordelijkheid voor de kunst om een rol te spelen. Kunst en cultuur zijn de ultieme vorm van stabiliteit.”

“Kunst heeft een rol daar waar mensen zich oncomfortabel voelen. Er is een spagaat tussen politiek correct gedrag en het niet nakomen van je afspraken. Walk your talk is essentieel voor vertrouwen. Deze crisis legt bloot, maakt transparanter dat mensen menselijk zijn.”

“Wil je kunstenaars een echte rol laten spelen in het bedrijfsleven, dan moet een raad van bestuur accepteren en stimuleren dat mensen er tijd aan besteden.”

“De leiders van nu zijn vuur aan het blussen, daar is weinig ruimte voor reflectie. Het vermogen om tot zelfbezinning te komen is maar weinigen gegund. Nu blijkt dat de grootste omzet en winst niet duurzaam zijn. Kunst kan een betekenis hebben in reflectie. Los laten, anders kijken. Maar ‘het systeem’ vindt het lastig om om te gaan met andersdenkenden.”

“Er heerst in onze sector een negatief beeld bij onzekerheid. Kunstenaars kunnen dat wellicht deels kantelen naar de positieve ervaringen van onzekerheden.”


Over vertrouwen en kwetsbaarheid

“Vertrouwen? Bankieren is helemaal gebaseerd op vertrouwen. Mensen weten niet wat er met hun geld gebeurt, ze moeten vertrouwen dat het er is als ze het nodig hebben. Financiële zekerheid is de belangrijkste component voor het vertrouwen in de toekomst. De gevolgen van deze crisis zijn zo enorm omdat mensen het vertrouwen kwijt zijn in hun eigen toekomst, ze zijn onzeker. Dus gaan ze de tering naar de nering zetten en dan komt de economie tot stilstand.”

“We moeten transparanter worden. Daarvoor moet het hele systeem op de schop. Dat kan een hele generatie duren. Wel bijzonder dat één beroepsgroep in staat blijkt om de hele wereld te laten klappen. De overheid moet veel zwaardere eisen stellen. De kennis is verkeerd aangewend. Liever een minder bekwaam iemand die ik vertrouw, dan een bekwame bankier die ik niet vertrouw.”

“Praten over vertrouwen is eng, het komt dichtbij. Dus komen bankiers met een technisch verhaal als je ze vraag wat vertrouwen is. Als je ze vraagt hoe ze vertrouwen als kind hebben ervaren, dan krijg je een ander verhaal. Maar het gaat hier ook over zelfvertrouwen. Mensen die vroeger vanzelfsprekend wisten hoe het moest, weten het nu niet meer. Ich habe es nicht gewust. Ze geven de schuld aan het systeem.”

“Er zijn te weinig mensen werkzaam in de financiële wereld die intrinsiek vertrouwen kunnen winnen.”

“Mensen hebben niet geleerd om vertrouwen te wekken, op een goede manier met hun werk om te gaan.”

“Kwetsbaarheid? Nee, dat is geen onderwerp.”

“Kwetsbaarheid zou de beste garantie kunnen zijn, zeker in de verhouding tussen raad van bestuur en raad van commissarissen. Als de raad van bestuur zich kwetsbaar opstelt, is dat van belang voor de raad van commissarissen. Als je je wederzijds kwetsbaar opstelt, krijg je meer vertrouwen.”

“We moeten gezond wantrouwen accepteren.”

“We moeten weer leren leven met onzekerheid. Dat moeten we accepteren. Realiteitszin m.b.t. risico. Pas als het risicobesef weer terug is, kun je het vertrouwen weer krijgen.”


Over dialoog en verdieping

“Het zoeken naar verdieping wordt in onze sector als soft gezien. Maar de financiële sector heeft behoefte aan verdieping. Op dit moment wordt nog steeds gesproken over ‘technische oplossingen’. Het onderwerp gedrags- en cultuurverandering komt niet ter sprake.”

“Als je het hebt over ‘terugbrengen van de realiteitszin’, dan veronderstel je dat die er ooit is geweest. We hebben als bankwereld het altijd wel verkocht alsof we het wisten, maar achteraf blijkt dat niet het geval te zijn.”

“De valkuil van deze crisis is dat hij te snel over is. Dat we niet tot de echte diepgang, de werkelijke dialoog komen.”

“Juist nu moet je talent benutten. Het vergt een crisis om echt talent naar boven te halen. Onzin om bang te zijn dat talent wegloopt. En als dat wel het geval is? Laat maar gaan. Talent komt wel terug.”

“Er is niet genoeg zelfreflectie onder bankiers. Verandering is lastig en zal het herstel van vertrouwen vertragen. Je ziet dat mensen makkelijk risico’s nemen, boven het maaiveld uitsteken als het goed gaat. Maar juist nu hebben we mensen nodig die hun nek uit durven steken. Dat zijn mensen die er genoeg van hebben, die het gevoel hebben dat het niet erger meer kan worden. Uit de puinhoop moet echt iets veranderen. Creative destruction.”